Vermeende contradictie tussen Mattheüs 28:18 vs. Markus 6:5.
Mattheüs 28:18
En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Markus 6:5
En Hij kon daar geen kracht doen, maar Hij legde slechts enkele zieken de handen op en genas hen.
Probleem: Volgens Mattheüs zegt Jezus dat Hij alle macht heeft, maar volgens Markus kon Jezus in Nazareth geen grote wonderen doen.
Antwoord: De uitspraak in Mattheüs 28:18 doet Jezus ná zijn opstanding uit de dood. Op dát moment was Hem alle macht gegeven. De gebeurtenis in Markus 6 vond plaats vóór de kruisiging en opstanding, en dus waarschijnlijk vóórdat Hem alle macht gegeven was. Er is dus geen sprake van tegenstrijdigheid.
Er is nog een tweede reden waarom dit geen contradictie is. Het woordje dat in Markus 6:5 vertaald is met ‘kon’ is het Griekse woordje ‘dunamai’ (doo’-nam-ahee). Strongs Concordantie geeft de volgende betekenissen:
1) to be able, have power whether by virtue of one’s own ability and resources, or of a state of mind, or through favourable circumstances, or by permission of law or custom
2) to be able to do something
3) to be capable, strong and powerful
Het dikgedrukte gedeelte geeft aan dat het geen absolute onkunde hoeft te impliceren. Jezus kon, als Hij wilde, wel grote tekenen laten zien, maar het lag niet in zijn mandaat om dat te doen, omdat de mensen in die streek geen geloof hadden.