Hoeveel mannen uit de omgeving van de koning?

Vermeende contradictie tussen 2 Koningen 25:19 en Jeremia 52:25.

2 Koningen 25:19
En uit de stad nam hij een hoveling mee die over de strijdbare mannen aangesteld was, en vijf mannen uit degenen die het aangezicht van de koning mochten zien, die in de stad werden aangetroffen, met de schrijver van de bevelhebber van het leger, die ten behoeve van de oorlog de bevolking van het land inschreef, en zestig man uit de bevolking van het land, die in de stad aangetroffen werden.

Jeremia 52:25
En uit de stad nam hij een hoveling mee die over de strijdbare mannen aangesteld was, en zeven mannen uit degenen die het aangezicht van de koning mochten zien, die in de stad werden aangetroffen, met de schrijver van de bevelhebber van het leger, die ten behoeve van de oorlog de bevolking van het land inschreef, en zestig man van de bevolking van het land, die binnen de stad werden aangetroffen.

Probleem: Volgens 2 Koningen werden er vijf mannen meegenomen, maar volgens Jeremia zeven.

Antwoord: Een vroege kopieerfout schijnt de enige oplossing, aangezien ook de Septuagint deze contradictie bevat. Ook de Dode Zeerollen bieden geen uitkomst, want beide passages zijn niet in de Dode Zeerollen bewaard gebleven. Dit is één van de weinige gevallen waarin we niet kunnen bepalen welk getal correct is en welke niet, aangezien beiden even waarschijnlijk zijn. Gelukkig betreft het geen belangrijk christelijk doctrine, dus uiteindelijk heeft dit weinig impact.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Wanneer kwam Nebuzaradan in Jeruzalem?

Vermeende contradictie tussen 2 Koningen 25:8-9 en Jeremia 52:12-13.

2 Koningen 25:8-9
8 Daarna, in de vijfde maand, op de zevende van de maand – dit jaar was het negentiende regeringsjaar van Nebukadnezar, de koning van Babel – kwam Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht, de dienaar van de koning van Babel, in Jeruzalem.
9 Hij verbrandde het huis van de HEERE, het huis van de koning en alle huizen van Jeruzalem. Ja, alle huizen van de aanzienlijken verbrandde hij met vuur.

Jeremia 52:12-13
12 Daarna, in de vijfde maand, op de tiende van de maand – dat jaar was het negentiende regeringsjaar van koning Nebukadrezar, de koning van Babel – kwam Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht, die in dienst stond van de koning van Babel, in Jeruzalem.
13 Hij verbrandde het huis van de HEERE, het huis van de koning en alle huizen van Jeruzalem. Ja, alle huizen van de aanzienlijken verbrandde hij met vuur.

Probleem: Kwam Nebuzaradan op de zevende dag van de maand in Jeruzalem, of op de tiende dag?

Antwoord: Zijn aanwezigheid in Jeruzalem zal meerdere dagen geduurd hebben. De 17de-eeuwse historicus bisschop James Ussher sprong flexibel om met deze schijnbare tegenstrijdigheid en wist het als volgt te harmoniseren:

3416d AM, 4126 JP, 588 BC
850 On the seventh day of the fifth month (Wednesday, August 24), Nebuzaradan, captain of the guard, was ordered by Nebuchadnezzar to enter the city. {2Ki 25:8} He spent two days preparing provisions. On the tenth day that month (Saturday, August 27), he carried out his orders. He set fire to the temple and to the king’s palace. He also burned all the nobleman’s houses to the ground, with all the rest of the houses in Jerusalem. {Jer 52:13 39:8}
James Ussher, The Annals of the World, The Fifth Age, p. 104

Er zijn allicht nog wel meer verklaringen te bedenken. Het is, zoals altijd, aan de scepticus om te bewijzen dat de twee verslagen werkelijk niet te verenigen zijn.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Hoe oud was Jojachin toen hij koning werd?

Vermeende contradictie tussen 2 Koningen 24:8 en 2 Kronieken 36:9.

2 Koningen 24:8
Jojachin was achttien jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Nehusta, de dochter van Elnathan, uit Jeruzalem.

2 Kronieken 36:9
Jojachin was acht jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden en tien dagen in Jeruzalem. Hij deed wat slecht was in de ogen van de HEERE.

Probleem: Was Jojachin nou 18 of 8 jaar oud toen hij koning werd?

Antwoord: Deze contradictie zou heel makkelijk door een kopieerfout kunnen zijn ontstaan. Zoals bij veel contradicties tussen Kronieken en Samuël of Koningen, betreft het een getalsmatig verschil. En zoals altijd gaat het om twee getallen die enigszins op elkaar lijken (8 en 18).

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Hoe oud was Ahazia toen hij koning werd?

Vermeende contradictie tussen 2 Koningen 8:26 en 2 Kronieken 22:2.

2 Koningen 8:26
Ahazia was tweeëntwintig jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde één jaar in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Athalia, de dochter van Omri, de koning van Israël.

2 Kronieken 22:2
Ahazia was tweeënveertig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde één jaar in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Athalia, de dochter van Omri.

Probleem: Was Ahazia 22 of 42 jaar oud toen hij koning werd?

Antwoord: Dit is het gevolg van een kopieerfout. Tweeëntwintig is het juiste getal. Dit wordt ondersteund door Syrische manuscripten en sommige manuscripten van de Septuagint, waar in 2 Kron. 22:2 niet tweeënveertig maar tweeëntwintig staat.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Wel of niet de bomen omhakken?

Vermeende contradictie tussen Deuteronomium 20:19 en 2 Koningen 3:19.

Deuteronomium 20:19
Wanneer u een stad vele dagen belegert en ertegen strijdt om haar in te nemen, dan moet u haar vruchtbomen niet te gronde richten door de bijl erin te slaan. U kunt er immers van eten; daarom mag u ze niet omhakken om ze een belegeringswal voor u te laten worden, want het geboomte van het veld is voedsel voor de mens.

2 Koningen 3:19
U zult alle versterkte steden en alle uitnemende steden verslaan, alle goede bomen vellen, alle waterbronnen dichtstoppen en alle goede stukken land met stenen bederven.

Probleem: Volgens Deuteronomium mochten de Israëlieten, wanneer ze een stad belegerden, niet de omringende boomgaarden vernielen. In 2 Koningen krijgen ze juist de opdracht dat wel te doen.

Antwoord: Dit betreft twee totaal verschillende militaire campagnes met twee totaal verschillende doelstellingen.

Een simpele blik op de context lost de zogenaamde ‘contradictie’ op. Het voorschrift in Deuteronomium 20 wordt gegeven aan de vooravond van de inname van het Beloofde Land door de Israëlieten. Het is er om te doen om de steden en het land in te nemen. Omdat het de bedoeling is dat de Israëlieten vervolgens zelf die gebieden zullen bewonen, moeten de bomen met eetbare vruchten eraan blijven staan (dat geldt niet voor de andere bomen, zoals blijkt uit Deuteronomium 20:20).

De situatie in 2 Koningen 3 speelt zich honderden jaren later af. Het doel van die specifieke militaire operatie was om Moab een vernietigende slag toe te brengen, zonder dat de Israëlieten vervolgens dat land moesten gaan bewonen. Het verdelgen van voedselbronnen is onderdeel van deze vernietigende slag.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share