Is God alwetend?

Vermeende contradictie tussen Genesis 3:8-9 en Jeremia 23:24.

Genesis 3:8-9
8 Toen zij het geluid van de HERE God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de HERE God tussen het geboomte in de hof.
9 En de HERE God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij?

Jeremia 23:24
Zou zich iemand in schuilhoeken kunnen verschuilen, dat Ik hem niet zou zien? luidt het woord des HEREN. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? luidt het woord des HEREN.

Probleem: Volgens Jeremia kan God alles zien. Maar waarom vraagt God dan aan Adam en Eva waar ze zijn?

Antwoord: Dat God Adam vraagt waar hij is, wil nog niet zeggen dat Hij dat niet weet. Als een basisschooljuffrouw aan haar klas vraagt hoeveel 7 maal 8 is, betekent dat niet dat ze zelf het antwoord niet weet.

Soms stel je een vraag niet omdat je informatie nodig hebt, maar om pedagogische of zelfs retorische redenen. In dit geval had Gods vraag betrekking op het feit dat Adam zich verstopt had omdat hij zich schaamde voor zijn naaktheid, wat een gevolg was van Adam’s ongehoorzaamheid. Gods vraag confronteerde Adam met zijn zonde.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share