Vermeende contradictie tussen de evangeliën.
Mattheüs 28:1
Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken.
Markus 16:1
En toen de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht om Hem te gaan zalven.
Lukas 24:1
En op de eerste dag van de week gingen zij, heel vroeg in de morgen, naar het graf en brachten de specerijen mee die zij gereedgemaakt hadden, en sommigen gingen met hen mee.
Johannes 19:39
En Nicodemus (die eerst ’s nachts naar Jezus toe gekomen was) kwam ook en bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer honderd pond.
Probleem: Volgens Mattheüs gingen de vrouwen het graf bekijken. Volgens Markus en Lukas hadden ze het graf al gezien (Markus 15:47 en Lukas 23:55) en gingen ze naar het graf om Jezus’ lichaam te balsemen. Volgens Johannes was het lichaam al gebalsemd door Nikodemus.
Antwoord: Uiteraard is hier weer geen sprake van een tegenstrijdigheid. Stel dat je het graf van een overleden familielid bezoekt en bloemen meeneemt. Je zou kunnen zeggen dat je naar het kerkhof gaat om het graf te bekijken (wat natuurlijk niet in strijd is met dat je het graf al vaker gezien hebt; misschien kom je zelfs wel jaarlijks langs). Maar je zou ook kunnen zeggen dat je komt om bloemen te brengen. Het één sluit het ander niet uit.
Dat ze zijn lichaam wilden balsemen is niet in tegenspraak met het gegeven dat Jozef dit reeds gedaan had. Misschien had Jozef het haastig gedaan, omdat het op dat moment bijna sabbat was. Of misschien wilden ze het gewoon nog een keer doen om dezelfde reden als dat wij meer dan eens bloemen komen brengen.
Kochten ze kruiden (naar Markus), of bereidden ze die zelf (naar Lukas)? Opnieuw is hier geen contradictie. Afgelopen week kocht ik eten én bereidde ik het. Of ik kocht een gedeelte (bijvoorbeeld het dessert) en bereidde een ander gedeelte (bijvoorbeeld het hoofdgerecht) met spullen die ik reeds in huis had.