Hoe laat werd Jezus gekruisigd?

Vermeende contradictie tussen Johannes 19:14 en de synoptische evangeliën.

Markus 15
25 En het was het derde uur en zij kruisigden Hem.

33 En toen het zesde uur gekomen was, kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe.
34 En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

Johannes 19:14
En het was de voorbereiding van het Pascha, ongeveer het zesde uur; en hij zei tegen de Joden: Zie, uw Koning!

Probleem: Volgens Markus werd Jezus op het derde uur gekruisigd. (Mattheüs 27:45 en Lukas 23:44 stemmen hiermee overeen.) Maar volgens Johannes stond Jezus op het zesde uur nog voor Pilatus.

Antwoord: Het lijkt erop dat Johannes in dit geval de Romeinse tijdsaanduiding gebruikt.

De synoptische evangeliën (Mattheüs, Markus en Lukas) gebruiken altijd het Joodse systeem om de tijd aan te duiden. Volgens dat systeem begint de dag bij zonsopkomst (rond 6:00) en de nacht rond 18:00. Dit is het duidelijkst in Mattheüs 20, waar Jezus een gelijkenis vertelt waarin een wijngaardenier ’s morgens vroeg (zeg 6:00), op het derde uur (9:00), het zesde uur (12:00), het negende uur (15:00) en het elfde uur (17:00) naar de markt ging om arbeiders in te huren.

Dat de Romeinen Jezus op het derde uur kruisigden, betekent dus dat dit rond 9:00 geweest zal zijn. Merk op dat dit een zeer grofmazige schatting kan zijn! In de oudheid had men geen horloges, en meestal maakte men gewoon een ruwe schatting op basis van de stand van de zon, of hoe nabij de zonsopkomst of zonsondergang was. Tegenwoordig zijn we gewend om de tijd tot op 5 minuten nauwkeurig te noemen, maar in de oudheid zal een nauwkeurigheid tot op één uur (of misschien zelfs drie uur) gangbaar geweest zijn.

Naast het Joodse systeem, waren er ook andere tijdaanduidingssystemen. Er was ook een Romeins systeem, waarbij men net als in ons huidige systeem bij middernacht begon te tellen.

In het Evangelie van Johannes is het niet duidelijk welk systeem er wordt gebruikt. Johannes vertelt een aantal keer hoe laat iets plaatsvond:

Johannes 1:40
Hij zei tegen hen: Kom en zie! Zij kwamen en zagen waar Hij woonde en bleven die dag bij Hem. En het was ongeveer het tiende uur (10:00 of 16:00).

Johannes 4
6 En daar was de bron van Jakob. Jezus nu ging, vermoeid van de reis, bij de bron zitten. Het was ongeveer het zesde uur (6:00 of 12:00).
7 Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zei tegen haar: Geef Mij te drinken.

Johannes 4:52
Hij informeerde dan bij hen naar het uur waarop de beterschap was ingetreden. En zij zeiden tegen hem: Gisteren op het zevende uur (7:00 of 13:00) is de koorts van hem geweken.

Johannes 19:14
En het was de voorbereiding van het Pascha, ongeveer het zesde uur (6:00 of 12:00); en hij zei tegen de Joden: Zie, uw Koning!

Ik heb telkens het tijdstip tussen haakjes toegevoegd, uitgaande van respectievelijk het Romeinse en het Joodse systeem. Eigenlijk is in geen van de gevallen met zekerheid te zeggen welk systeem er wordt gebruikt. In Johannes 4:6 lijkt het Joodse systeem iets aannemelijker, want de discipelen waren intussen in de stad eten aan het kopen, wat meer past bij 12:00 dan 6:00. Bovendien hadden ze zojuist gereisd, wat men meestal overdag deed. Aan de andere kant kon men ook in de nacht reizen (een stuk koeler dan overdag). Ook is het aannemelijker dat een vrouw in de ochtendkoelte water kwam putten, dan op het hete middaguur.

Al met al is het onduidelijk of Johannes het Romeinse of Joodse systeem hanteert. (En we hebben zelfs geen garantie dat Johannes hierin consequent is.) Maar als hij het Romeinse systeem gebruikt (en daar zijn geen grote bezwaren tegen) is er geen contradictie met de synoptische evangeliën. Dan stond Jezus rond 6:00 voor Pilatus en werd Hij om en nabij 9:00 gekruisigd.


  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Wie versloeg Goliath?

Vermeende contradictie tussen 1 Samuël 17 en 2 Samuël 21:19.

1 Samuël 17:4,49-50 (HSV)
4 Toen kwam er een kampvechter tevoorschijn uit het leger van de Filistijnen. Zijn naam was Goliath, uit Gath; zijn lengte was zes el en een span.
[…]
49 Vervolgens stak David zijn hand in de tas, nam daar een steen uit, slingerde die weg, en raakte de Filistijn daarmee tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong en hij met zijn gezicht ter aarde viel.
50 Zo overwon David de Filistijn met een slinger en met een steen, hij versloeg de Filistijn en doodde hem. Maar een zwaard had David niet in zijn hand.

2 Samuël 21:19 (NBG ’51)
Opnieuw was er strijd met de Filistijnen te Gob; en Elchanan, de zoon van de Betlehemiet Jaäre-Oregim, versloeg de Gatiet Goliat, die een speer had met een schacht als een weversboom.

Probleem: 1 Samuël 17 vertelt het welbekende verhaal over David die Goliath versloeg. Maar in 2 Samuël 21:19 staat dat Goliath verslagen werd door Elchanan.

Opmerking: Hierboven is voor 2 Sam. 21:19 de NBG-vertaling uit 1951 gebruikt, omdat de HSV (in navolging van de Statenvertaling) dit vers zodanig vertaalt dat er geen conflict is. Maar de NBG ’51 is in dit geval trouwer aan de grondtekst. In de Hebreeuwse grondtekst is er wel degelijk sprake van een contradictie.

Antwoord: Als we alleen de bovenstaande teksten hadden, zouden we weinig aanknopingspunten hebben gehad om deze schijnbare contradictie op een bevredigende wijze op te lossen. Maar gelukkig is er een parallelle passage in 1 Kronieken. Zoals we zullen zien ligt hier de sleutel tot de oplossing.

1 Kronieken 20:5 (NBG ’51)
Opnieuw was er strijd met de Filistijnen, en Elchanan, de zoon van Jaïr, versloeg Lachmi, de broeder van de Gatiet Goliat, die een spies had met een schacht als een weversboom.

Als je 2 Sam. 21:18-22 vergelijkt met 1 Kron. 20:4-8, zie je dat deze passages sterk overeenkomen. Het lijkt erop dat de passage in Kronieken (geschreven rond 400 v.Chr., ruim 200 jaar later dan Samuël) is gebaseerd op die in Samuël. Alleen zegt Samuël dat Elchanan Goliath versloeg, terwijl Kronieken zegt dat Elchanan Lachmi, de broer van Goliath, versloeg. Waar komt dit verschil vandaan?

Twee concurrerende verklaringen

Ervan uitgaande dat 1 Kron. 20:4-8 zo ongeveer is overgeschreven van 2 Sam. 21:18-22 (en dat valt moeilijk te ontkennen), zijn er twee reële verklaringen voor dit verschil:

Verklaring #1: De schrijver van het boek Samuël heeft inderdaad opgeschreven dat Elchanan Goliath versloeg. Omdat de schrijver van Kronieken wist dat dit conflicteerde met de bekende ‘legende’ over David en Goliath, heeft hij dit gladgestreken door ervan te maken dat Elchanan niet Goliath zelf maar zijn broer Lachmi versloeg. Deze verklaring zal critici van de Bijbel het meest aanspreken: niet alleen staat er een contradictie in de Bijbel, maar we kunnen de schrijver van Kronieken ook nog eens betichten van opzettelijke geschiedvervalsing. Dit is het Walhalla van de bijbelscepticus!

Een variant hierop is dat deze wijziging opzettelijk is doorgevoerd door een kopiist, in plaats van door de oorspronkelijke schrijver van Kronieken. Deze kopiist zou dezelfde motivatie hebben gehad.

Verklaring #2: De schrijver van het boek Samuël schreef oorspronkelijk dat Elchanan Lachmi versloeg, en de schrijver van Kronieken heeft dat gewoon overgenomen. Maar sindsdien is de tekst van 2 Samuël 21:19 onopzettelijk gewijzigd door een kopiist. Misschien doordat het manuscript van waaruit hij kopieerde op dit punt beschadigd was, of misschien door een onoplettendheid. Als dit de ware toedracht is, stond er dus geen contradictie in de oorspronkelijke, goddelijk geïnspireerde tekst.

We zitten dus met twee vragen:

  • Was het een opzettelijke of onopzettelijke wijziging? Verklaring #1 stelt dat het opzettelijk was, volgens verklaring #2 was het onopzettelijk.
  • Welke tekst bevat de originele lezing en welke de wijziging? Verklaring #1 stelt dat 1 Sam. 21:19 de originele boodschap bevat, volgens verklaring #2 bevat 1 Kron. 20:5 het originele verhaal.

Tekstanalyse

Welke van de twee verklaringen is het meest aannemelijk? Laten we de grondtekst er eens bij pakken. Dit zijn niet de complete verzen, maar alleen de relevante gedeeltes (merk op dat Hebreeuws van rechts naar links leest):

Het eerste wat hier opvalt is het verschil in de naam van de vader van Elchanan. ‘Jaïr’ en ‘Jaäre’ lijken op elkaar, dus dat is geen probleem. Maar in 2 Sam. 21:19 krijgt deze naam de toevoeging ‘Oregim’, zodat zijn volledige naam wordt: ‘Jaäre-Oregim’. Het interessante is dat deze 5-letterige toevoeging identiek is aan het laatste woordje van het vers, wat vertaald wordt met ‘weversboom’. Dit moet een kopieerfout zijn, waarbij een kopiist per ongeluk een woord heeft ingevoegd dat één regel verderop in zijn brontekst voorkomt. Dit is zó duidelijk, dat we deze kopieerfout zelfs zouden kunnen identificeren als we de parallelle tekst in Kronieken niet hadden. Vooral als we bedenken dat ‘weversboom’ een wel zeer vreemde naam zou zijn voor een Israëliet.

De tekst in 1 Sam. 21:19 heeft dus sowieso al minstens één onopzettelijke wijziging ondergaan. Maar dit zegt nog niet zoveel over of Elchanan nou Goliath of Lachmi doodde, dus laten we verdergraven.

Het tweede wat opvalt is dat de vader van Elchanan nog een toevoeging krijgt, namelijk dat hij een Bethlehemiet is. Als we de het Hebreeuws voor ‘Bethlehemiet’ bekijken, wordt duidelijk dat dit woord ontstaan is door slordig kopiëren. Het tweede deel van dat woord, ‘-lehemiet’, is in het Hebreeuws namelijk bijna hetzelfde als Lachmi, wat volgens 1 Kron. 20:5 de naam van Goliaths broer is!

In het licht hiervan is het ineens heel makkelijk om te zien hoe de contradictie is ontstaan door onopzettelijke kopieerfouten:

  • Het Hebreeuwse woordje ‘at’ (bestaande uit de twee letters alef en tav) hoeft niet te worden vertaald, maar het duidt het lijdend voorwerp aan. Het wordt direct vóór het lijdend voorwerp geplaatst, in dit geval dus direct vóór de naam van degene die verslagen wordt. Een kopiist heeft ‘at’ per ongeluk veranderd in ‘bet’. Hierdoor veranderde ‘at Lachmi’ in ‘bethalahmi’, oftewel ‘Bethlehemiet’.
  • Omdat de zin nu de aanduiding voor een lijdend voorwerp miste, en aangezien ‘achi’ (broer van) sterk lijkt op ‘at’ (oranje), werd ‘achi’ veranderd in ‘at’. Zo verdween het woordje ‘broer’ en werd Goliath het lijdend voorwerp.

Dat de ene tekst gewijzigd is ten opzichte van de andere, is duidelijk. En dat de gewijzigde woorden qua spelling nog overeenkomen met de originele woorden duidt erop dat deze veranderingen onopzettelijk waren. Dit alles wijst er dus op dat verklaring #2 het aannemelijkst is: een kopiist heeft 2 Sam. 21:19 per ongeluk gewijzigd, waardoor die tekst nu zegt dat Elchanan Goliath heeft gedood.

De bijbelscepticus kan nu nog één kritische vraag stellen: Is er niet nog een derde verklaring mogelijk? Is het niet mogelijk dat 2 Sam. 21:19 de originele lezing is, en dat 1 Kron 20:5 onopzettelijk is gewijzigd? In dat geval spraken deze teksten oorspronkelijk wel degelijk het verhaal van David en Goliath in 1 Samuël 17 tegen.

Het is echter onwaarschijnlijk dat onopzettelijke, toevallige wijzigingen zo’n mooi resultaat op zouden leveren, namelijk dat het tegenstrijdige teksten harmoniseert. Toevallige veranderingen zouden eerder resulteren in tegenstrijdigheden, dan ze op te lossen.

Conclusie: geen contradictie in de oorspronkelijke tekst

In wezen hebben we alle reden om verklaring #2 te prefereren. De originele boodschap, zoals die bewaard is gebleven in 1 Kron. 20:5, draagt het stempel van authenticiteit. Als Lachmi inderdaad de broer was van de legendarische kampvechter Goliath, zouden we verwachten dat dit vermeld zou worden.

We kunnen dus concluderen dat de oorspronkelijke tekst van 2 Samuël 21:19 aangaf dat Elchanan Lachmi, de broer van Goliath, versloeg. De contradictie is ontstaan door een kopieerfout. Dat is niet in strijd met de visie dat de oospronkelijke teksten goddelijk geïnspireerd en dus feilloos waren.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Wiens dochter was Maächa?

Vermeende contradictie tussen 1 Koningen 15:2 en 2 Kronieken 13:2.

1 Koningen 15:1-2
1 In het achttiende jaar nu van koning Jerobeam, de zoon van Nebat, werd Abiam koning over Juda.
2 Hij regeerde drie jaren in Jeruzalem en de naam van zijn moeder was Maächa, de dochter van Abisalom.

2 Kronieken 13:1-2
1 In het achttiende jaar van koning Jerobeam werd Abia koning over Juda.
2 Hij regeerde drie jaar in Jeruzalem, en de naam van zijn moeder was Michaja, de dochter van Uriël uit Gibea. En er was oorlog tussen Abia en Jerobeam.

Probleem: Was Michaja/Maächa de dochter van Abisalom (ook bekend als Absalom) of Uriël?

Antwoord: In het Hebreeuws worden de termen ‘zoon’ (ןב, ben) en ‘dochter’ (תב, bath) gebruikt voor meer dan alleen de onmiddellijke afstammelingen. Deze bron geeft de volgende mogelijke betekenissen voor ‘bath’: dochter, meisje, aangenomen dochter, schoondochter, zus, kleindochter, vrouwelijk kind, nicht.

Dat ‘dochter’ niet per se alleen in de strikte zin opgevat moet worden, blijkt onder meer uit het feit dat Naomi Ruth ‘mijn dochter’ noemt, terwijl Ruth haar schoondochter was (Ruth 2:2). En meerdere keren spreekt ook Boaz haar aan met hetzelfde woord, terwijl Ruth slechts een verre bloedverwant was (Ruth 2:8, 3:10, 3:11).

In het geval van Maächa is het aannemelijk dat zij de dochter was van Uriël en de kleindochter van Abisalom. De Joodse historicus Flavius Josephus schrijft het volgende over Rehabeam (Abia’s vader) en Maächa:

And after he [Rehabeam] had married a woman of his own kindred, and had by her three children born to him, he married also another of his own kindred, who was daughter of Absalom by Tamar, whose name was Maachah, and by her he had a son, whom he named Abijah [Abia].
Josephus, Joodse Oudheden 8.10.2 (249)

Oftewel, Maächa was een dochter van Abisalom via Tamar. Deze Tamar is waarschijnlijk de dochter van Abisalom (vernoemd naar zijn geliefde zus, die ook Tamar heette):

2 Samuël 14:27
Bij Absalom werden drie zonen geboren, en een dochter van wie de naam Tamar was. Zij was een vrouw die knap was om te zien.

Dan is Maächa dus de dochter van Uriël en Tamar, terwijl Tamar de dochter is van Abisalom. Dit maakt Maächa een kleindochter van Abisalom. Dat is niet strijdig met het gebruik van het woordje ‘bath‘ (dochter) in 1 Kon. 15:2.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Wat stond er op het opschrift?

Vermeende contradictie tussen de vier evangeliën betreffende het opschrift boven het kruis.

Mattheüs 27:37
En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN.

Markus 15:26
En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.

Lukas 23:38
En er was ook een opschrift boven Hem geschreven in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: DIT IS DE KONING VAN DE JODEN.

Johannes 19:19
En Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS DE NAZARENER, DE KONING VAN DE JODEN.

Probleem: Alle vier de evangeliën geven een andere lezing van wat er op het opschrift stond.

Antwoord: Het is niet tegenstrijdig maar aanvullend. Allemaal citeren ze slechts een gedeelte van wat er op het opschrift stond. Het is niet een fout om selectief te zijn in welke informatie je levert.

Stel je voor, André, Peter en Wouter rijden via dezelfde weg, maar moeten omrijden omdat de weg is afgezet. Achteraf zegt André over het bord bij de wegafzetting: “Op het bord stond: ‘Deze weg is afgezet, u wordt omgeleid’.” Peter zegt: “Er was een bord waarop stond: ‘Deze weg is afgezet wegens wegwerkzaamheden’.” En tot slot zegt Wouter: “Het bord las: ‘U wordt omgeleid, excuses voor het ongemak’.” Spreken ze elkaar tegen? Natuurlijk niet, maar ze citeren slechts delen van wat op het bord stond. De conplete boodschap zou geweest kunnen zijn: ‘Deze weg is afgezet wegens werkzaamheden, u wordt omgeleid. Excuses voor het ongemak.’

Op dezelfde manier kunnen we waarschijnlijk de complete tekst van het opschrift aan het kruis reconstrueren door de informatie van verschillende evangeliën te combineren.

Mattheüs: ‘Dit is Jezus, de Koning van de Joden.
Markus: ‘De Koning van de Joden.
Lucas: ‘Dit is de Koning van de Joden.
Johannes: ‘Jezus, de Nazarener, de Koning van de Joden.

Er zou dus gestaan kunnen hebben: ‘Dit is Jezus, de Nazarener, de Koning der Joden.’

Maar het meer fundamentele punt is dat we niet van de evangeliën moeten verwachten dat ze uitspraken (of opschriften) exact citeren. Meestal wordt er niet woordelijk geciteerd maar geparafraseerd. Dat wil zeggen dat de betekenis overgebracht wordt, de strekking, maar niet de exacte bewoordingen.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Heeft Jezus alle macht?

Vermeende contradictie tussen Mattheüs 28:18 vs. Markus 6:5.

Mattheüs 28:18
En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Markus 6:5
En Hij kon daar geen kracht doen, maar Hij legde slechts enkele zieken de handen op en genas hen.

Probleem: Volgens Mattheüs zegt Jezus dat Hij alle macht heeft, maar volgens Markus kon Jezus in Nazareth geen grote wonderen doen.

Antwoord: De uitspraak in Mattheüs 28:18 doet Jezus ná zijn opstanding uit de dood. Op dát moment was Hem alle macht gegeven. De gebeurtenis in Markus 6 vond plaats vóór de kruisiging en opstanding, en dus waarschijnlijk vóórdat Hem alle macht gegeven was. Er is dus geen sprake van tegenstrijdigheid.

Er is nog een tweede reden waarom dit geen contradictie is. Het woordje dat in Markus 6:5 vertaald is met ‘kon’ is het Griekse woordje ‘dunamai’ (doo’-nam-ahee). Strongs Concordantie geeft de volgende betekenissen:

1) to be able, have power whether by virtue of one’s own ability and resources, or of a state of mind, or through favourable circumstances, or by permission of law or custom
2) to be able to do something
3) to be capable, strong and powerful

Het dikgedrukte gedeelte geeft aan dat het geen absolute onkunde hoeft te impliceren. Jezus kon, als Hij wilde, wel grote tekenen laten zien, maar het lag niet in zijn mandaat om dat te doen, omdat de mensen in die streek geen geloof hadden.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share