Kan God liegen?

Vermeende contradictie tussen 1 Koningen 22:23 en Hebreeën 6:18.

1 Koningen 22:23
Welnu, zie, de HEERE heeft een leugengeest in de mond van al deze profeten van u gegeven, en de HEERE heeft onheil over u uitgesproken.

Hebreeën 6:18
opdat wij door twee onveranderlijke dingen, waarin het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke troost zouden ontvangen, wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden.

Probleem: Volgens Hebreeën kan God niet liegen. Maar volgens 1 Koningen stuurt God een leugengeest naar koning Achab.

Antwoord: Het is belangrijk om 1 Kon. 22:23 in de context te plaatsen. Lees dus eerst het hele hoofdstuk, en liefst ook nog de voorgaande hoofdstukken.

Achab, de koning van Israël, was een goddeloze koning. In Deuteronomium 28:20 staat dat de straf voor Israëls goddeloosheid verwarring zou zijn. Zo is de verwarring die God sticht aan het hof van koning Achab Gods oordeel voor zijn goddeloosheid.

Zoals blijkt uit 1 Kon. 22, is Achab eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd is in de waarheid. Hij verzamelde valse profeten om zich heen, omdat die hem vertelden wat hij wilde horen. De Bijbel zegt over zulke mensen:

Ezechiël 14:4 (Statenvertaling)
Daarom spreek met hen, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Een ieder man uit het huis Israels, die de drekgoden in zijn hart opzet, en den aanstoot zijner ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht stelt, en komt tot den profeet, Ik, de HEERE zal hem, als hij komt, antwoorden naar de menigte zijner drekgoden;

De NBV vertaalt dat laatste stukje als: “[ik zal] het antwoord geven dat hij met zijn afgoderij verdient.

Uit Deut. 28:20 en Ez. 14:4 kunnen we het volgende principe afleiding: de straf voor graag in de leugen geloven, is in de leugen te blijven geloven. De straf komt overeen met de misdaad.

Maar merk op dat God koning Achab en de Israëlieten niet over liet aan de leugens die de valse profeten hen vertelden. Ze kregen alsnog de waarheid te horen, via de dienst van de profeet Micha. Maar ze wilden het niet geloven.

Samenvatting:

  • De straf voor goddeloosheid is verwarring (en Achab was zeer goddeloos).
  • Achab wilde de waarheid niet horen.
  • De straf voor graag in de leugen verkeren is in de leugen blijven.
  • Ondanks alles vertelde God alsnog de waarheid, zelfs over de manier waarop de profeten bij hun leugens kwamen.
  • Als God werkelijk wilde liegen, zou Hij de waarheid niet openbaar gemaakt hebben. God is dus geen leugenaar.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Kan het bloed van dieren zonden wegnemen?

Vermeende contradictie tussen de Thora en Hebreeën 10:4.

Leviticus 6:6-7
6 Hij moet zijn schuldoffer voor de HEERE naar de priester brengen, een ram zonder enig gebrek uit het kleinvee, tegen een door u bepaalde waarde, als schuldoffer.
7 Zo moet de priester verzoening voor hem doen voor het aangezicht van de HEERE, en het zal hem vergeven worden ten aanzien van welke zaak dan ook waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt.

Hebreeën 10:4
Want het is onmogelijk dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt.

Probleem: Onder de Wet van Mozes (o.a. in Lev. 6:6-7) kunnen zonden vergeven worden via het offeren van dieren. Maar volgens de Brief aan de Hebreeën is dit onmogelijk.

Oplossing: De oudtestamentische Israëlieten konden vergeving krijgen via het offeren van dieren, maar de vergevende kracht zat ’m niet in het bloed van die dieren. De Levitische offers waren slechts een schaduwbeeld van Christus’ offer aan het kruis, en dat is de ware bron van vergeving. In feite neemt de oudtestamentische mens een voorschot op de werkelijke vergeving in Christus. De vergeving van zonden, wat door het offerdier feitelijk niet geschonken kon worden, werd met terugwerkende kracht geratificeerd op het moment dat Christus stierf.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Had Melchizedek een moeder?

Vermeende contradictie tussen Genesis 3:20 en Hebreeën 7:1-3.

Genesis 3:20
En de mens noemde zijn vrouw Eva, omdat zij de moeder van alle levenden is geworden.

Hebreeën 7:1-3
1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer na het verslaan van de koningen tegemoet kwam en hem zegende,
2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gegeven heeft, is vooreerst, volgens de uitlegging (van zijn naam): koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes;
3 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.

Probleem: Volgens de Brief aan de Hebreeën had Melchizedek geen moeder, maar volgens Genesis is Eva de moeder van alle levenden.

Antwoord: Er zijn twee mogelijke oplossingen. De eerste mogelijkheid: Met ‘moeder van alle levenden’ wordt de moeder van alle vleselijke mensen bedoeld (behalve Adam). Melchisedek valt wellicht niet binnen deze categorie. Zo zagen de leden van de 1ste-eeuwse Qumran gemeenschap (de verstoppers van de Dode Zee Rollen, geen christenen maar Judaïsten) Melchisedek als een hemels Wezen. Ook veel christelijke bijbelcommentatoren zien het zo. Er is dus geen contradictie.

De tweede mogelijke verklaring: De woorden ‘zonder vader, zonder moeder’ in Hebreeën 7:3 duiden er niet op dat Melchizedek geen ouders had, maar wijzen erop dat hij zijn priesterlijke ambt niet heeft verkregen door erfopvolging. Dat staat in contrast met het Levitische priesterschap, waar men wel via afstamming toe behoorde. Deze verklaring past goed bij de context. De schrijver van de Brief aan de Hebreeën legt uit dat Jezus een priester is ondanks dat Jezus geen Leviet is. Jezus is priester naar de orde van Melchizedek, en hoeft dus geen Levitische afstamming te hebben om priester te zijn.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share