Vermeende contradictie tussen Numeri 23:19 en Jona 3:10.
Numeri 23:19
God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben.
Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?
Jona 3:10
Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
Probleem: Volgens Numeri heeft God nooit ergens berouw over, maar volgens Jona had God berouw van zijn voornemen om Nineve te straffen.
Antwoord: De term ‘berouw’ kan verschillende invullingen hebben. In Numeri 23:19 draagt het de betekenis van “spijt hebben van zonden”. Maar in Jona 3:10 is het niet meer dan “terugkomen op een voornemen”. Dat blijkt ook als we de tekst in Jona in de context plaatsen:
Jona 3:7-10
7 En men riep uit en zeide in Nineve op bevel van de koning en van zijn groten: Mens en dier, runderen en schapen mogen niets nuttigen, niet grazen en geen water drinken. 8 Zij moeten gehuld zijn in rouwgewaden, mens en dier, en met kracht tot God roepen en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en van het onrecht dat aan hun handen kleeft. 9 Wie weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen en zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet te gronde gaan. 10 Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
De eerste keer dat in deze passage het woord ‘berouw’ gebruikt wordt, is in het bevel van de koning van Nineve. De koning realiseerde zich dat hij en zijn volk gezondigd hadden en wilde zich nederig bekeren. Natúúrlijk had hij op dat moment niet het idee dat Gód zich moest bekeren van een zonde, het waren juist de Nineveërs die zich moesten bekeren. Klaarblijkelijk wordt met de term ‘berouw’ in vers 9 (en dus ook in vers 10) slechts bedoelt dat God, vanwege de bekering van de Nineveërs, een koerswijziging aanbrengt ten opzichte van het scenario dat de inwoners van Nineve zich niet bekeerd zouden hebben.