Wat stond er op het opschrift?

Vermeende contradictie tussen de vier evangeliën betreffende het opschrift boven het kruis.

Mattheüs 27:37
En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN.

Markus 15:26
En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.

Lukas 23:38
En er was ook een opschrift boven Hem geschreven in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: DIT IS DE KONING VAN DE JODEN.

Johannes 19:19
En Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS DE NAZARENER, DE KONING VAN DE JODEN.

Probleem: Alle vier de evangeliën geven een andere lezing van wat er op het opschrift stond.

Antwoord: Het is niet tegenstrijdig maar aanvullend. Allemaal citeren ze slechts een gedeelte van wat er op het opschrift stond. Het is niet een fout om selectief te zijn in welke informatie je levert.

Stel je voor, André, Peter en Wouter rijden via dezelfde weg, maar moeten omrijden omdat de weg is afgezet. Achteraf zegt André over het bord bij de wegafzetting: “Op het bord stond: ‘Deze weg is afgezet, u wordt omgeleid’.” Peter zegt: “Er was een bord waarop stond: ‘Deze weg is afgezet wegens wegwerkzaamheden’.” En tot slot zegt Wouter: “Het bord las: ‘U wordt omgeleid, excuses voor het ongemak’.” Spreken ze elkaar tegen? Natuurlijk niet, maar ze citeren slechts delen van wat op het bord stond. De conplete boodschap zou geweest kunnen zijn: ‘Deze weg is afgezet wegens werkzaamheden, u wordt omgeleid. Excuses voor het ongemak.’

Op dezelfde manier kunnen we waarschijnlijk de complete tekst van het opschrift aan het kruis reconstrueren door de informatie van verschillende evangeliën te combineren.

Mattheüs: ‘Dit is Jezus, de Koning van de Joden.
Markus: ‘De Koning van de Joden.
Lucas: ‘Dit is de Koning van de Joden.
Johannes: ‘Jezus, de Nazarener, de Koning van de Joden.

Er zou dus gestaan kunnen hebben: ‘Dit is Jezus, de Nazarener, de Koning der Joden.’

Maar het meer fundamentele punt is dat we niet van de evangeliën moeten verwachten dat ze uitspraken (of opschriften) exact citeren. Meestal wordt er niet woordelijk geciteerd maar geparafraseerd. Dat wil zeggen dat de betekenis overgebracht wordt, de strekking, maar niet de exacte bewoordingen.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share

Hoe oud was Ahazia toen hij koning werd?

Vermeende contradictie tussen 2 Koningen 8:26 en 2 Kronieken 22:2.

2 Koningen 8:26
Ahazia was tweeëntwintig jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde één jaar in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Athalia, de dochter van Omri, de koning van Israël.

2 Kronieken 22:2
Ahazia was tweeënveertig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde één jaar in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Athalia, de dochter van Omri.

Probleem: Was Ahazia 22 of 42 jaar oud toen hij koning werd?

Antwoord: Dit is het gevolg van een kopieerfout. Tweeëntwintig is het juiste getal. Dit wordt ondersteund door Syrische manuscripten en sommige manuscripten van de Septuagint, waar in 2 Kron. 22:2 niet tweeënveertig maar tweeëntwintig staat.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share