Vermeende contradictie tussen Handelingen 9 en Galaten 1.
Handelingen 9:26-30
26 Toen Saulus nu in Jeruzalem gekomen was, probeerde hij zich bij de discipelen aan te sluiten, maar zij waren allen bevreesd voor hem, want zij geloofden niet dat hij een discipel was.
27 Maar Barnabas nam hem onder zijn hoede, bracht hem naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heere gezien had, dat Hij tot hem gesproken had en hoe hij in Damascus vrijmoedig gesproken had in de Naam van Jezus.
28 En hij ging in Jeruzalem met hen in en uit.
29 En hij sprak vrijmoedig in de Naam van de Heere Jezus; ook sprak en redetwistte hij met de Griekssprekenden, maar die probeerden hem te doden.
30 Maar toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem naar Caesarea en stuurden hem vandaar weg naar Tarsus.
Galaten 1:18-20
18 Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem.
19 En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakobus, de broer van de Heere.
20 Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg.
Probleem: Lukas (de auteur van Handelingen) schrijft dat Paulus met de apostelen sprak in Jeruzalem, maar Paulus schrijft zelf onder ede dat hij de apostelen niet sprak, behalve Petrus en Jakobus.
Antwoord: Allereerst moet opgemerkt worden dat Lukas en Paulus op twee punten mooi aansluiten: 1) Paulus schrijft dat hij haast geen enkele apostel gezien heeft; Lukas geeft de verklaring: “zij geloofden niet dat hij een discipel was.” 2) Paulus schrijft dat hij maar vijftien dagen in Jeruzalem bleef, wat overeenstemt met Lukas die vertelt hoe Paulus moest vertrekken vanwege plannen om hem te doden.
Lukas schrijft dat Paulus met ‘de apostelen’ sprak. Hij zegt er echter niet bij of dat alle apostelen waren. Lukas gebruikt in Handelingen het woord ‘apostelen’ dertig keer en in veel gevallen hoeft het helemaal niet zo te zijn dat hij alle twaalf apostelen bedoelt. In Handelingen 5:18 en 5:40 is er bijvoorbeeld een reële mogelijkheid dat Lukas niet alle apostelen bedoelt; in Handelingen 8:18 noemt Lukas de handoplegging van Petrus en Johannes de “handoplegging van de apostelen.” Sterker nog, op basis van Handelingen is het heel aannemelijk dat Paulus niet alle apostelen gesproken heeft, want in Handelingen 8:14 wordt er gesproken over “apostelen die in Jeruzalem waren,” wat impliceert dat er ook apostelen buiten Jeruzalem waren. Lukas en Paulus schrijven dus allebei dat Paulus in Jeruzalem apostelen bezocht, en Paulus maakt duidelijk dat dit Petrus en Jakobus waren.