Weet God van tevoren wat wij zullen doen?

Vermeende contradictie tussen Genesis 22:12 en Psalmen 44:22.

Genesis 22:12
Toen zei Hij: Steek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets, want nu weet Ik dat u godvrezend bent en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt.

Psalmen 44:22
zou God dat niet onderzoeken?
Want Hij weet wat er in het hart verborgen ligt.

Probleem: In Genesis 22 draagt God aan Abraham op om zijn zoon te offeren. Juist op het moment dat Abraham op het punt staat dit uit te voeren, houdt God hem tegen. God vertelt Abraham: “want nu weet Ik dat u godvrezend bent“. Maar wist God dat van tevoren dan nog niet? Volgens Psalm 44 kent God immers de geheimen van ons hart.

Antwoord: Het woord ‘weten’ in Genesis 22:12 is de vertaling van het Hebreeuwse woord ‘yada’. Dat woord heeft brede connotaties en kan betekenen: “iets weten wat je eerst nog niet wist”, of: “iets weten door het te ervaren”, of: “iets weten door het te observeren”. In deze context lijkt één van die laatste invullingen te worden bedoeld.

God weet van tevoren wat we gaan doen, maar toch laat Hij ons dingen meemaken. Hij zou de band natuurlijk naar het eind door kunnen spoelen, maar Hij kiest ervoor om de lijn der geschiedenis met ons mee lopen. Dit houdt ook in dat Hij pas ingaat op menselijke acties nádat wij die acties hebben uitgevoerd. Hij wil immers met ons interacteren. Dit is misschien ook de reden dat God wil dat we tot Hem bidden, ondanks dat Hij toch al weet wat we van Hem willen vragen.

  Terug naar het overzicht: Fouten en contradicties in de Bijbel.

Share