Eén van de belangrijkste graadmeters voor de historische betrouwbaarheid van een antieke tekst is de datering. Immers, hoe korter de tijdspanne tussen de beschreven gebeurtenissen en de opschriftstelling van het verslag, hoe minder er vergeten of bij verzonnen is, en hoe minder tijd er is geweest voor het aandikken van het verhaal en voor legendevorming. Het is dan ook niet verwonderlijk dat critici van de Bijbel vaak late dateringen van de Bijbelboeken aanhouden, terwijl apologeten juist een vroege datering verdedigen. Zo beweren de schriftcritici dat de Thora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament) ontstaan is tussen 900 en 400 v.Chr., waar Bijbelgetrouwe christenen stellen dat de Thora grotendeels is geschreven door (of onder de regie van) Mozes, in de 14de eeuw voor Christus.
In dit artikel worden de belangrijkste aspecten genoemd die ons iets kunnen vertellen over wanneer een boek geschreven is. In toekomstige artikelen zullen deze criteria worden toegepast om tot een datering te komen van specifieke Bijbelboeken.
1. Wie was de auteur van het boek?
Als bekend is wie de schrijver van het boek is, kunnen we al een aardige inschatting maken van wanneer het is geschreven. Vaak is het zelfs mogelijk een boek te relateren aan een bepaalde periode in het leven van de schrijver.
Maar soms is het auteurschap discutabel. Er kan zelfs sprake zijn van een vervalsing, waarbij een boek aan de verkeerde persoon wordt toegeschreven! Zo’n boek noemen we dan een pseudepigraaf. Het komt ook voor dat de schrijver anoniem is.
2. Wat is de laatste historische gebeurtenis die wordt vermeld?
Het spreekt voor zich dat een boek moet zijn geschreven ná de laatste historische gebeurtenis die het vermeldt. Zo is het boek De Joodse Oorlog van de 1ste-eeuwse historicus Flavius Josephus geschreven na de inwijding van de Vredestempel in het jaar 75 n.Chr., want dat feit wordt nog in het boek vermeld.
3. Wanneer wordt het boek als eerste geciteerd?
Als latere schrijvers een werk citeren of ernaar verwijzen, levert dat informatie over de datering. Voorbeeld: aangezien Ignatius (die rond 110 n.Chr. stierf) in één van zijn brieven het Evangelie van Lucas citeert, moet het Evangelie van Lucas dus vóór 110 n.Chr. geschreven zijn. Andersom kunnen we natuurlijk ook kijken welke teksten er in het te dateren boek worden aangehaald.
Een probleem hierbij is dat het lang niet altijd helder is of er wel echt sprake is van een citaat. Dat een bepaalde zinsnede in twee teksten voorkomt, wil niet per se zeggen dat de ene tekst dat van de andere overgenomen heeft. Misschien hebben beide teksten het, onafhankelijk van elkaar, geleend van een derde bron.
Soms wordt ook het bestaan van een boek in een bepaalde geschiedenis vermeld. Zo vermeldt Josephus in zijn boek Joodse Oudheden dat het boek Daniël aan Alexander de Grote (356-323 v.Chr.) werd voorgelezen. Als dat waar is, moet het boek Daniël toen al hebben bestaan.
4. Wat is het oudste handschrift van het boek?
Een boek moet natuurlijk eerder geschreven zijn dan de oudste kopie die ervan bewaard is. Zo stamt de oudste complete boekrol van het boek Jesaja van rond 100 v.Chr. Het boek Jesaja is dus minimaal 2100 jaar oud.
Helaas levert deze informatie ons slechts een minimumleeftijd. Daar hebben we niet zoveel aan als het tijdsgat tussen de oudste kopie en het origineel erg groot is – zoals het geval is bij alle oudtestamentische boeken. Daarnaast is het dateren van handschriften ook niet al te makkelijk: de foutmarges kunnen enkele decennia of zelfs eeuwen beslaan.
5. Welke thema’s behandelt het boek?
Door te kijken welke thema’s belangrijk waren voor de schrijver, kunnen we soms schatten in welke tijd de schrijver leefde. Als een tekst bijvoorbeeld over de discussie rondom Zwarte Piet gaat, is het waarschijnlijker dat die tekst uit 2015 komt dan uit 1915. Want in 1915 leefde die kwestie nog niet.
Maar om hier een datering op te baseren, moeten we natuurlijk wel betrouwbare kennis hebben van wanneer welke thema’s relevant waren. Die kennis is afkomstig van andere teksten. Als die andere teksten niet correct gedateerd zijn, bouwen we een kaartenhuis van onjuiste dateringen.
6. In welke tijd past het taalgebruik van het boek?
Wanneer een Nederlandse tekst veel woorden bevat als ‘gij’ en ‘trachten’, hebben we waarschijnlijk met een oudere tekst te maken dan wanneer we er woorden aantreffen als ‘googlen’ en ‘chillen’. Net als het Nederlands was ook het Hebreeuws aan verandering onderhevig. Het taalgebruik van de boeken van het Oude Testament kan ons dus veel vertellen over wanneer ze geschreven zijn. Als een boek veel Perzische leenwoorden bevat, is het boek waarschijnlijk geschreven tijdens of na de periode van het Perzische Rijk (zoals het boek Esther). Als een boek archaïsche (ouderwetse) woorden of uitdrukkingen bevat (zoals het boek Genesis), wijst dat in de richting van een hoge ouderdom.
Taalgebruik is minder relevant voor de datering van de boeken van het Nieuwe Testament, aangezien het Koinè (Grieks) niet veel is veranderd gedurende de korte periode waarbinnen die boeken geschreven zouden kunnen zijn.
7. Welke gebeurtenissen noemt de auteur niet?
Als een zeer belangrijke gebeurtenis niet vermeld wordt, kan dat betekenen dat de tekst is geschreven vóórdat die gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Dit gaat natuurlijk alleen op wanneer we redelijkerwijs zouden mogen verwachten dat de gebeurtenis in kwestie zou worden vermeld, bijvoorbeeld omdat het past in de thematiek van het boek. Zo gaat het boek Divided We Stand van Eric Darton over het World Trade Center in New York. De aanslag in 1993 wordt in het boek vermeld, maar over de aanslagen op 11 september 2001 horen we helemaal niets. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat Darton de aanslagen niet zou noemen als ze al wel hadden plaatsgevonden. En inderdaad, zijn boek werd gepubliceerd in 1999. (In een latere editie van het boek, uit 2011, worden de aanslagen op 11 september uiteraard wel genoemd.)
Toch moeten we voorzichtig zijn met deze wijze van dateren. Sommige auteurs wilden een bepaalde boodschap aan hun boek meegeven, zodat ze bepaalde gebeurtenissen bewust niet noemden.
Complicaties
Er valt niet altijd een eenduidige datering te geven, omdat boeken ook stapsgewijs ontstaan kunnen zijn. Sommige boeken van het Oude Testament (zoals Genesis), hebben waarschijnlijk pas hun definitieve vorm gekregen op het moment dat een redacteur verschillende eeuwenoude bronnen samenvoegde en omschreef tot één doorlopend verhaal. (In het geval van Genesis zou die redacteur Mozes of een tijdgenoot van Mozes kunnen zijn.) En zelfs nadat een boek op deze manier is samengesteld, kunnen er tijdens het eeuwenlange kopieerproces nog redactionele wijzigingen zijn doorgevoerd. Dat kunnen heel zinnige wijzigingen zijn, zoals het updaten van ouderwets taalgebruik of het vervangen van achterhaalde plaatsnamen door de huidige namen van die plaatsen.
In de toekomst zullen er op geloofverdediging.nl artikelen verschijnen waarin de bovenstaande criteria worden toegepast op specifieke Bijbelboeken.